Het had wat voeten in de aarde, eerst wel stoppen, dan weer nie en zo sukkelde de famielje door.
Dees is 81 en dan heb je toch wel recht om effe gas terug te nemen. “Zo mekkelijk is da nie jonge, jelui denke nergens meer over na. In onze tijd was da niet, wij konden niet nadenken omdat er niks was om over te denken, Begrijp je dat wel jonge. Er was niks. Als er oorlog komt heb ik nog wekpotten en ringen. Ik heb ook veul goeies fietsbanden in allerlei maten liggen. In 40-45 was er niks te krijg. Helemaal niks. Begrijp je dat jonge? Ik begrijp dat.
Er wordt in de zaak veel bewaard, “je ken immers nooit wete jonge”. “Zeg uh. . meneer de Bor”. “Jonge, het is Dees, maar geen Meneer de Bor. Ik kom hier pas 24 jaar en beter wist ik niet. Dees wat is eigenlijk uw achternaam. Ze noemen mij “de Bor”, ik ben geboren van Borculo’, voluit naar mijn vader Dees, komt ook van Borculo. Mooi he”.
Dees is een vakman op het gebied van tuinmachines. Zijn klanten zijn eigenlijk grote zogenaamde loonbedirjven, de mannen die langs wegen en dijken het gras maaien. Al die machines kent hij , bij het horen van het motorgeluid vertelt hij je de naam en het type nummer.
Dees kun je even naar mijn kettingzaag kijken, hij geeft teveel olie, ketting is wat slap en ketting lijkt bot. “Hebbie d’r mee in het zand gezeten m’n jonge”. Niet dat ik weet Dees. Binnen een half uur is alles weer klaar.
Geef maar 8 euries en jij kant weer verder. Het is de laatste keer, helaas. . . de zaak is/gaat dicht.
Net voordat ik weg ga zeg ik; “Dees, ik ben al een tijdje geen jonge meer hoor”.
“Oh hoe oud bennu dan”? “Ik ben 73” Dees. “Oh nou dan ben je een jongetje toch”.
“Dees het ga je goed, bedankt voor alle service en mogelijk zien wij elkaar nog eens”.